Kwalitatieve benadering van de digestieve oncologie: van preventie tot palliatie

Het gelaat van de oncologie in het algemeen en de digestieve oncologie meer in het bijzonder, is het laatste decennium grondig gewijzigd.

Waar tot voor 10 jaar de benadering van een oncologisch probleem meestal beperkt bleef tot diagnostiek (veelal dmv. conventionele beeldvorming) en een vrij uniforme behandeling (hetzij curatief, hetzij palliatief), heeft deze aanpak de laatste jaren een ware revolutie ondergaan. Meer en meer genetische predisposities worden ontdekt (waardoor een efficiëntere preventie mogelijk wordt), er komen prognostische en predictieve factoren ter beschikking (waardoor een meer “patient tailored” behandeling mogelijk wordt), de diagnostische middelen blijven uitbreiden en vooral het therapeutisch arsenaal (zowel wat betreft curatie als palliatie) neemt toe.

Dit alles leidt er toe dat de beslissingsvorming veel minder evident is geworden, meer interdisciplinair overleg vergt en een diepere specialistische kennis vereist van de betrokken artsen.

Gezien deze evolutie is enige vorm van kwaliteitscontrole geen overbodige luxe: enerzijds zijn er theoretisch gezien grote verschillen in kwaliteit van zorg mogelijk, anderzijds zijn de budgetten die voor een moderne kwaliteitsvolle aanpak van de oncologie benodigd zijn niet onuitputbaar.

Om de kwaliteit van de zorg zoveel mogelijk te optimaliseren, werd onder impuls van de overheid een kader gecreëerd waarbinnen de oncologie dient te worden bedreven. Speerpunten hierin zijn de “Multidisciplinaire Oncologische Consultatie” (MOC) enerzijds en het oncologische handboek anderzijds. Elke patient met een oncologische diagnose dient besproken te worden op de MOC, en dient behandeld te worden volgens de richtlijnen van het oncologisch handboek. Bij afwijkingen hiervan dient dit expliciet besproken te worden op de MOC. Bovendien worden via het “Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg” door een panel van academische experts richtlijnen opgesteld, die online beschikbaar zijn voor alle geïnteresseerden, en die als leidraad dienen voor het oncologische handboek. Een voorbeeld hiervan is PROCARE (PROject on CAncer of the REctum): er bestonden grote verschillen tussen de ziekenhuizen mbt. de behandeling van rectumkanker en de daaruit volgende resultaten. PROCARE, een multipisciplinaire werkgroep van kankerspecialisten, stelde daarom richtlijnen op voor standaardisatie van de aanpak van rectumkanker, evenals kwaliteitscriteria om de kwaliteit van de zorg op te volgen en waar nodig te verbeteren.

Het spreekt voor zich dat iedereen die in ons ziekenhuis ziekenhuis betrokken is bij oncologie, functioneert binnen dit kwaliteitskader: elke orgaanspecialist die de oncologie van zijn specialisme bedrijft is aangesloten bij de beroepsvereniging van de betrokken oncologische tak en onze consulenten radiotherapie en oncologie zijn academici met aanzien. De besluitvorming gebeurt op de MOC aan de hand van het oncologische handboek. De MOC is trouwens voor elke betrokken (huis)arts toegankelijk (elke donderdagmorgen om 8 u) en het oncologische handboek is vrij ter inzage voor alle (huis)artsen.

Natuurlijk behelst een geïntegreerde oncologische aanpak meer dan enkel de therapeutische besluitvorming en –uitvoering: ons ziekenhuis beschikt reeds jaren over een zeer actief Palliatief Support Team (PST), waar elke patiënt, familie en omgeving terecht kon. Dit PST werd recent geïntegreerd in een meer uitgebreid Pscho-Sociaal Support Team (PSST), waar elke patiënt (en zijn omgeving) met een oncologische problematiek terecht kan voor opvang en begeleiding op psychisch en sociaal vlak.

Meer uitgebreide en specifieke informatie over alle facetten van digestieve oncologie (zowel voor patiënten als zorgverleners) vindt u o.a. op onderstaande websites.

Voor zorgverleners:

 

Voor patiënten: